Onze geest is een drukke praatjesmaker die een constante stroom van gedachten produceert. De één na de ander. Lange reeksen die een verhaal vormen, soms nieuw, soms maar al te bekend. Zo kunnen we uren in oude verhalen ronddwalen. Die verhalen bepalen hoe we de werkelijkheid waarnemen en beïnvloeden onze stemming. Wanneer we de gedachtestroom uit willen zetten, wordt die vaak alleen maar drukker en drukker.
Hoe weet je dit? Omdat je niet alleen die drukke denkende geest hebt, die praatjesmaker, maar je tegelijkertijd ook bewust bent van dat drukke hoofd.
Je hebt niet alleen een denkende geest, maar je hebt ook een gewaarzijn van die denkende geest.
Kijk maar, je weet dat je nu aan het lezen bent, en misschien ben je hier ook wel over aan het nadenken. Wat is het dat nu observeert wat je aan het doen bent? Blijf kijken naar dit scherm terwijl je het gewaarzijn ‘ik kijk naar het scherm’ of ‘ik lees deze woorden’ tot je door laat dringen.
Je zult merken dat het gewaarzijn over wat je geest aan het doen is, snel weer verdwenen is. Maar het is er nog wel, alleen we gebruiken het niet bewust. Wanneer het bewustzijn zich van zichzelf bewust is, noemen we het gewaarzijn. Tijdens de tweede helft van deMindfulnesstraining wordt dit vermogen van ons bewustzijn geïntroduceerd. Hieronder heb ik een aantal manieren geschreven die mij helpen om dit te oefenen.
1 Tom & Jerry – Stel je voor dat je Tom bent en je zit voor een muizenholletje te wachten totdat daar je eerste gedachte uitkomt, alsof je op een muis (Jerry) jaagt. Je hebt alle geduld van de wereld en wanneer de gedachte verschijnt, sla je gelijk toe. Hebbes! Kan jij opmerken dat het stil is en wanneer er een gedachte is. Wanneer er een gedachte uit het holletje is gekomen, is die vaak direct weg wanneer je zo bewust oplet. Wanneer de muis weg is, ga je weer wachten voor je muizenholletje totdat de volgende gedachte er uit komt.
2 Wolken aan de hemel – Je geest is zo ruim als de hemel, altijd open en aanwezig. Af en toe komen er gedachten voorbij, als wolken aan de hemel. Kleine wolken, grote wolken. Sommige gaan snel voorbij, anderen blijven langer hangen. Het kan regenen, hagelen, sneeuwen. Een dik laaghangend wolkendek, of vrolijke schapenwolkjes. Zie wat er gebeurt en laat het gaan als wolken langs de hemel.
3 Hier-en-nu-ruimte. Terwijl je deze zin leest (of waar je ook mee bezig bent wanneer je deze oefening bewust doet), kan je gewaar zijn wat je aan het doen bent. Kan je je bewust worden dat er dan een soort helderheid is. Jan Geurtz noemt dat in zijn boek ‘verslaafd aan liefde’ de hier-en-nu-ruimte. Hij schrijft in hoofdstuk 15: “wanneer je bewustzijn zich bewust is van zichzelf, wil dat niet zeggen dat al het andere verdwijnt. Je ziet nog steeds door je ogen, je hoort nog steeds door je oren, je voelt, gedachten komen op, maar bij dat alles is er ook even die wetende kwaliteit, dat gewaarzijn dat vrij is van oordeel en afwijzing. En even later is het weer weg, ben je weer meegevoerd in je denkstroom, ben je je denkstroom.”
4 Gedachtentrein – om je bewuster te worden dat je in je denkstroom zit, kan je de gedachtenstrrom voorstellen als een trein waar je op bent gestapt. Zonder dat je het weet zit je in de automatische gedachtentrein en ga je ergens heen. Vaak merk je dat pas op wanneer je al op reis bent. Je bent ongemerkt ingestapt. Meestal merken we het begin van een gedachte niet op, we merken plots dat we er middenin zitten. Mindfulness is opmerken dat je in de gedachtentrein zit (of in een emotionele rit) en op dat moment heb je de kans om er uit te stappen. Kan je uitstappen en deze gedachtentrein zien?
5 Kenmerken van gedachten en emoties benoemen – wanneer je bent uitgestapt uit de gedachtentrein en je gedachten gadeslaat heb je grote kans dat je onbewust weer op de trein stapt. Een manier om niet weer terug in te stappen is om bewust een aantal objectieve kenmerken te benoemen van de gedachten of emoties. Bijvoorbeeld of het losse gedachten zijn, of aan elkaar geregen gedachten die een verhaal vormen. Of het een stortvloed aan gedachten is of dat ze in een rustig tempo voorbij kabbelen. Zijn de gedachten behulpzaam, zijn ze nieuw, herhalen ze zichzelf? Observeer de gedachtenstroom en benoem de kenmerken van deze specifieke gedachten. Bij emoties kan je dit ook doen door de emotie te verwoorden. Waar in je lichaam voel je deze emotie, welke kenmerken heeft deze ervaring. Kan je er naar toe ademen, verandert het? Ga op onderzoek uit en breng jezelf verslag uit van wat je ontdekt.
6 Schrijf! – Wanneer gedachten en emoties te veel zijn, kan je ze van je af schrijven. Schrijf op wat er in je opkomt, zonder er zelf over na te denken. Eigenlijk ga je nog dieper en intensiever met je gedachten en emoties mee, zodat je er uiteindelijk los van komt. Wanneer je niets meer weet, schrijf je dat op. Doe dit minimaal 15 minuten. Schrijf, totdat je weer getuige/waarnemer kan zijn van wat je aan het doen bent.
Aandacht is overigens iets anders dan gewaarzijn. Gewaarzijn is de geest die zich van zichzelf bewust is. Aandacht is de geest die gericht is op een object.
Je zult merken dat bij het oefenen je telkens afgeleid raakt door je eigen gedachtestroom. En dat je de neiging hebt om dat te veroordelen. Maar weet dat het afgeleid worden juist onderdeel is van de oefening. Je kunt er niets aan doen dat je geest telkens wordt afgeleid door gedachten of gebeurtenissen. Wat je dus oefent is om niet te oordelen over het telkens afgeleid worden. Op die manier sluit je vriendschap met je geest.
Je doorloopt steeds dezelfde fasen: aandachtig en gewaar zijn – afgeleid worden – opmerken dat je afgeleid bent- terugbrengen van de aandacht. Dit gaat ons leven lang door. Wat zou fijner zijn: om dit met vriendelijkheid steeds op te merken, of om dit telkens te veroordelen? Wanneer je de volgende keer opmerkt dat je jezelf veroordeelt, kan je dan vriendelijk voor jezelf zijn?