Universeel gezien zijn er 8 basisemoties. Deze emoties komen in elke cultuur voor en zijn op dezelfde manier waarneembaar. Alle nuances die wij emoties noemen zijn terug te herleiden tot deze 8 basisemoties.
1. Liefde
2. Angst
3. Vreugde
4. Woede
5. Verdriet
6. Verrassing/Verbazing
7. Schaamte
8. Walging
Dit is een mooie basis wanneer je aandacht wilt hebben voor je emoties. Maar we zijn natuurlijk veel kleurrijker dan deze 8 basisemoties. Toch merk ik dat aan het begin van een meditatie cursus, zoals Mindfulness, deelnemers een beperkt aantal emoties benoemen. Soms is dat schroom, met het benoemen toon je je emoties. Maar soms zijn er ook weinig woorden beschikbaar en blijft het bij de 4B’s: bang, boos, blij of bedroeft.
Onderstaande lijst is bedoeld om je bewustzijn over gevoelens te vergroten en je woordenschat uit te breiden. Het is belangrijk om woorden te leren gebruiken die naar specifieke gevoelens verwijzen en gene woorden die vaag of algemeen zijn. Als je bijvoorbeeld aangeeft ‘dat je je goed voelt’, is dat algemeen en kan je bedoelen dat je ‘blij’ bent of ‘gelukkig’ of ‘vreugdevol’.
Om het makkelijk te maken, zijn al deze emoties gerangschikt onder de 8 basisemoties.
- Woede: furie, verontwaardiging, wrok, toorn, wrevel, verbolgenheid, ergernis, bitterheid, irritatie, vijandigheid, – in pathologische vorm: haat (wat kan leiden tot gewelddadigheid)
- Verdriet: smart, rouw, vreugdeloosheid, zwaarmoedigheid, melancholie, zelfmedelijden, eenzaamheid, bedroefdheid, wanhoop – in pathologische vorm: depressie
- Angst: bezorgdheid, ongerustheid, nervositeit, zorg, wantrouwen (kan leiden tot jaloezie), zenuwachtigheid, schrik – in pathologische vorm: fobie en paniek
- Liefde: acceptatie, vriendelijkheid, vertrouwen, aardigheid, toewijding, verliefdheid – in pathologische vorm: adoratie
- Vreugde: geluk, plezier, opluchting, tevredenheid, vervoering, verrukking, geamuseerdheid, trots, sensueel genot, extase, voldoening, beloning, euforie – in pathologische vorm: manie
- Walging: minachting, ontzetting, verachting, misprijzen, verafschuwing, aversie, afkeer, weerzin
- Verrassing/verbazing: schok, verbijstering, verwondering
- Schaamte: schuldgevoel, verlegenheid, teleurstelling, wroeging, vernedering, spijt, gene, berouw